Door: Sanne van den Boer (Mommunity mama)
We zitten al weer op de helft van de zomervakantie in regio Zuid. De vakantiefoto's vliegen je om de oren waarbij de één nog jaloersmakender is als de andere. Maar geloof je nu echt dat die goedlachse kinderen op die dromedaris geen enkele keer gezeurd hebben om een ijsje? Of dat die blije baby op het strand zijn longen niet uit zijn lijfje heeft geschreeuwd van pure vermoeidheid een uur nadien? Deze vakantie neemt Sanne je iedere week mee in haar eerlijke blogs over hun zomervakantie, want achter iedere foto zit vaak ook een ander verhaal.
Het is al enige kilometers geleden dat we de snelweg hebben verlaten en daarmee ook de rechttoe-rechtaan-baan die mijn wagenzieke kinderen (zie deel 2) nog een beetje in toom hield. Het overgrote deel van de autorit zit ik achter het stuur, maar met een lichte angst voor rijden in de bergen is het nu aan mij om op de passagiersstoel startklaar te zitten met een spuugzak en pak snoetenpoetsers. Mijn rug is dan ook zeer dankbaar als we na anderhalf uur kronkelen (en zonder spugen) eindelijk aankomen op plaats van bestemming. En wat een plaatje! Toch?
Een paar weken eerder hebben mijn man en ik het besluit genomen de negen uur durende rit naar de Auvergne (midden Frankrijk) toch op te splitsen in twee dagen. Met Booking.com als mijn beste vriend vind ik na even puzzelen de perfecte tussenstop voor ons grote gezin. Een prachtig kasteelogend gebouw met twee aangrenzende kamers, simpel ontbijt én een heus zwembad!
Via een idyllisch grindpad rijden we onze auto richting het gebouw. In mijn ooghoek zie ik het zwembad al verstopt liggen tussen de verschillende torentjes waar, volgens de omschrijving, zich gastsuites bevinden. Achter me hoor ik de autogordels al klikken nog voor we goed en wel geparkeerd staan en de kinderen zijn dan ook niet meer te stuiten als ik ze eindelijk uit ons koekblik vrij laat. "Is dit hèt zwembad?" roept Raf vanuit de verte terwijl ik Finn als laatste uit zijn stoeltje hijs. "Jaja!" kaats ik terug, verbaasd van de warmte die het kleine lijfje op mijn arm afstraalt. Is hij écht ziek? Nog beduusd van dit gegeven verplaats ik mijn aandacht naar Raf die inmiddels naast me is komen staan. "Er zit geen water in". De teleurstelling klinkt door in zijn zachte stemmetje. Ik kijk naar de stenen bak in het grasveld. Leeg. Wat een domper, maar nu niet mijn hoogste prioriteit.
Met Finn op mijn ene arm en een tas in de andere loop ik achter de hostes aan richting onze kamers. Half Frans en half Engels legt ze één en ander uit waaronder het feit dat ze het zwembad aan het renoveren zijn. Ware het niet dat ik nu vooral behoefte heb aan mijn ehbo kit met Paracetamol voor de kleine man had ik er wellicht een probleem van gemaakt. Ik zet de tas op de grond en wil de dame vriendelijk bedanken als ik mijn man ineens hoor zeggen "What is this?!". Even verderop, naast ons bed, kruipen honderden mieren op, over en langs de deurstijl die ik, gelukkig, nog niet gepasseerd was. Uiteraard. Dit kan er ook nog wel bij.
Volgende week lees je of Sanne toch nog heeft kunnen genieten in het Franse kasteel met haar gezin óf dat ze volgend jaar mogelijk toch rechtstreeks naar de plaats van bestemming tuft.
Commentaires